dat hij het met Togo eens was. Anami drong nog welsprekender en dringender dan de
vorige dag aan op eigen Japanse voorwaarden. Generaal Umezu schaarde zich achter
hem. Hiranuma, voorzitter van de kroonraad, stelde de vertegenwoordigers van leger
en vloot vragen over de mogelijkheid van een ordelijk verloop van de capitulatie
en leek het indirect met de drie militairen eens te zijn. De minister van Bewapening
Toyoda huldigde dezelfde opvatting als Umezu en Anami. Als laatste stond Suzuki op
om zich uit te spreken.
Met veel vertoon en omhaal van woorden, zoals dat voorgeschreven
bij plechtige zittingen in aanwezigheid van de keizer, verzocht hij Hirohito uit
naam van de raad een besluit te nemen. Een keizerlijk bevel werd de 'stem van de
kraanvogel' genoemd, naar de ver reikende roep van een in Japan zelden waargenomen
vogel. Nu moest de kraanvogel beslissen of Japan als natie zou overleven of dat de
strijd tot de 'eervolle dood van honderd miljoen zielen' zou worden voortgezet. Hirohito
gaf op beheerste toon antwoord. Voortzetting van de strijd kon slechts leiden tot
de vernietiging van zijn volk en tot nog meer lijden voor de hele mensheid. Het was
hem duidelijk geworden dat Japan geen oorlog meer kon voeren en evenmin het eigen
grondgebied kon verdedigen:
Het is vanzelfsprekend ondraaglijk dat ik mijn trouwe soldaten ongewapend zal moeten
zien, maar de tijd is gekomen om het ondraaglijke te dragen. Ik hecht mijn instemming
aan het voorstel om de Verklaring van Potsdam te aanvaarden, zoals door de minister
van Buitenlandse Zaken is uiteengezet.'
Onder het spreken leek hij zich tot één van de aanwezigen te richten: minister Anami.
Hoewel er geen volledig verslag van de bijeenkomst bestaat, werd later onthuld dat
de keizer de minister met zijn naam aansprak, bijna alsof ze broers waren, terwijl
hij de anderen in overeenstemming met het protocol alleen met hun titel aansprak.
Hirohito wist dat Anami's aanvaarding van het keizerlijk besluit van het grootste
belang was, want de minister moest op zijn beurt de strijdkrachten overhalen zich
bij de capitulatie neer te leggen. De keizer wachtte niet op een antwoord van de
elf mannen in de kamer. Hij stond op en verliet het vertrek.'Wij moeten het besluit
van de keizer tot het onze maken,' zei Suzuki. Alle ogen waren gericht op Anami,
die niets zei. Het zwijgen betekende dat iedereen met Suzuki's woorden instemde,
zodat de zitting voor het ogenblik kon worden ontbonden.
Volgens de grondwet moest
het kabinet officieel over de vrede beslissen. In Suzuki's ambtswoning kwamen alle
ministers bijeen, ook degenen die aan het keizerlijk beraad hadden deelgenomen. In
korte tijd werd een communiqué opgesteld waarin de Verklaring van Potsdam werd aanvaard.
Iedere minister moest het document ondertekenen. Zelfs nu had Anami de zaak nog kunnen
tegenhouden, want het kabinetsbesluit moest eenstemmig zijn. Maar de keizer had gesproken
en Anami moest gehoorzamen, ook al wist hij dat dit hem zijn leven zou kosten. Er
ging bijna een hoorbare zucht van verlichting op toen hij zijn naam zette. Drie uur
later werd een telegram gestuurd naar de Japanse ambassades in de neutrale steden
Bern en Stockholm, met de instructie het door te zenden naar Washington, Londen,
Moskou en Chungking
Het luidde als volgt:De Japanse regering is bereid de voorwaarden
te accepteren zoals genoemd in de Verklaring van Potsdam, op 26 juli 1945 afgelegd
door de regeringsleiders van de Verenigde Staten, Groot-
THERE IS NO OTHER WAY
In een telegram maakten de geallieerden hun standpunt duidelijk op het Japanse antwoord:Vanaf
het ogenblik van capitulatie zal de bevoegdheid van de keizer en van de Japanse regering
om de staat te leiden, onderworpen zijn aan de opperbevelhebber der geallieerde mogendheden
generaal MacArthur, die alle nodige maatregelen zal nemen om aan de voorwaarden der
capitulatie te voldoen. De keizer zal de ondertekening van de capitulatievoorwaarden
door de Japanse regering en de Japanse strijdkrachten bevorderen en bekrachtigen.
In Japan was het besluit tot overgave ongelooflijk genoeg nog niet eens bekend, want
het kabinet had dit niet met zoveel woorden durven afkondigen.
De verwarring werd
nog vergroot door twee communiqués die elkaar volstrekt tegenspraken. Het eerste
was op 10 augustus uitgegeven door het ministerie van Oorlog en uit naam van generaal Anami, echter zonder diens toestemming. De tekst was opgesteld door een aantal fanatieke
onderofficieren. Volgens deze verklaring was er slechts één mogelijkheid: 'Wij moeten
doorvechten tot de oorlog is gewonnen om ons heilige staatsbestel te bewaren, zelfs
al moeten wij gras eten en in de open lucht moeten leven.' Heel anders van inhoud,
maar even nietszeggend, was het communiqué dat door het kabinet werd uitgegeven en
waarin vaag werd gesproken over een historische beslissing die nog genomen zou moeten
worden. Alleen voor het buitenland kreeg het persagentschap Domei toestemming in
morse de tekst uit te zenden van het telegram dat de regering naar Bern en Stockholm
had gestuurd.
Op het ministerie van Oorlog heerste een sfeer die aan de verhitte dagen van de februari-
|
|
|
|
|
|