Het leven in de onderneming
Eens zag ik een krokodil op een draagbaar. Ze hadden zijn bek dichtgebonden. Ik kon hem dus rustig aanraken. Aan de achterkant van ons huis keken we op een oerwoud. De geluiden, die daaruit kwamen waren voor mij als kind wel eens wat griezelig. ‘Smiddags dronken we thee in de tuin. We aten er dan gekookte pinda’s bij. De pinda’s werden uit hun buitenste schil gepeld. In die schil groeien ze aan de wortels van de pindaplant, onder de grond dus. Soms dronken we Siroop Susu. Deze siroop ging ook wel door onze Kelapa Muda. Dat is jonge kokosnoot. Dat werd in stukjes gesneden in het kokosnat in een glas gedaan.
Moeder kon niet goed tegen het klimaat. Zij had last van migraine. Ik masseerde dan vaak haar voorhoofd. Dat werd pietjieten genoemd.
In die tijd had je nog geen TV, maar we zouden hem niet nodig gehad hebben!Een helling lager lag de grote moestuin en nog lager lag het oerwoud. Toen het eens heel erg hard stormde zag ik daar een grote woudreus van een boom omgaan.
S’avonds zaten we op de stoep van ons huis over de oerwouden beneden ons heen naar de mooie zonsondergang te kijken. De lucht was iedere avond vol met de prachtigste kleuren en mijn vader speelde op zijn accordeon.
We liepen op blote voeten. Dat bracht met zich mee dat wij , die nagelbijters waren, ook aan de nagels van onze tenen kloven. Niet alleen onze nagels moesten het ontgelden, maar ook onze houten penhouders. Al die dingen werden door mijn vader met kinine ingesmeerd. Omdat kinine zo bitter is, hoopte hij het ons daardoor af te leren. Maar wij wenden gauw aan die smaak en kloven rustig verder.
Af en toe werd kinine ons ook als voorbehoedsmiddel tegen malaria toegediend. We stonden dan naast elkaar alle vijf op een rij en mijn vader mikte de pillen een voor een in onze kelen.
Wij gingen wel eens zwemmen aan de Wijnkoopsbaai. Er was daar niemand anders, het strand was geheel aan ons. Wij hoefden dan ook geen badpak aan.
Er gaat een legende over de godin van de Indische oceaan,Dewi Nyo Roro Kidul. Aan alle Tsunami’s kon je al merken, dat ze onrustig, zeg maar kwaad was geworden, omdat ze te weinig offers kreeg van de plaatselijke bevolking. Deze godin was getrouwd met de sultan van Yogjakarta ( en elke opvolger daarvan!).Je moest niet in een groen zwempak in zee zwemmen, anders kwam deze boze godin je weghalen naar haar paleis diep in de zee.
Moeder weefde, schilderde, dichtte en leerde ons boetseren. Ze hield van orchideeën en varens. Die groeiden op schors hangend binnen of buiten,en leefden van vocht en lucht. Een varen was het chuveluurtje. Geen kweker hier, die het onder die naam kent. Ja toch bij de internationale kwekerij dag in Bingerden, was er tot mijn plezier een expert die het zo noemde.