Doordat vader al gevangen werd genomen, was moeder toen alleen met ons op de onderneming .Dat was een angstige periode. Voor en achter het huis “bewaakten” enige Javanen ons huis. Moeder durfde niet te gaan slapen en scheen af en toe met haar zaklamp naar buiten, om te kijken of de mannen nog wel wakker waren. Het gevaar kwam nog niet eens zo zeer van Japanners, maar van op hol geslagen extremisten, die ook ons een bezoek zouden kunnen brengen.
Moeder heeft zelfs zo’n groep tegen kunnen houden, door met een Japanse commandant te bellen. Ze was heel dapper.
Enige tijd later kwamen er ook enkele hoge Japanners uit het leger, die zij onderdak moest verschaffen. Dat ging gemakkelijk, want we hadden een logeer afdeling. Zij heeft toen wel, gezien de reputatie van Japanners in hun omgang met vrouwen, de vier oudste meisjes ondergebracht bij de Indonesiërs in de kampong, waar er goed voor hen gezorgd werd, totdat de heren opgestapt waren.
Na de mannen werden ook vrouwen en kinderen opgeroepen om geïnterneerd te worden.
Hier volgt ook Moeders registratieformulier, waarbij al de Japanse jaartelling gebruikt werd!
Wij vertrokken met een grobak, een grote kist met wielen er onder,( door paarden getrokken) ( auto’s waren al gevorderd) waar we kussens ingelegd hadden, en wat bagage, naar Soekaboemi.. De huissleutels moesten ingeleverd worden.
Japan is niet aangesloten bij de Conventie van Genève. Het probeert wel bij de buitenwereld de indruk te wekken dat men het goed heeft in de kampen. Het buitenland, inclusief de Japanse bevolking,wist vrijwel niets van de werkelijke toestanden in de kampen. Het beeld – voor zover aanwezig – van de kampen was sterk gekleurd door de officiële Japanse rapporten. De Japanse militaire censuur garandeerde dat alleen goed gekeurde berichtgeving naar buiten kwam. Er zijn gevangenen die werden gedwongen om aan filmopnames mee te doen. De gemaakte films tonen krijgsgevangenen die er goed uitzien. De praktijk is echter anders.
Als men 150 gulden voor een man boven de 18 en voor een vrouw 100 gulden neertelde zou men buiten de kampen kunnen blijven. ( Chinezen kostten minder!) Dat bleek een leugen. Je werd toch opgepakt en gevangen gezet. Vlak nadat de stad Soekaboemi door de Japanners was ingenomen, werd de Gouvernements-controleur zonder enige juridische procedure, geëxecuteerd. Zijn misdaad: hij had geweigerd vrouwen beschikbaar te stellen voor de Japanse troepen. Zijn lichaam lag op straat ter afschrikking van andere ongehoorzame.
( Ooggetuigen van oorlog Jacques Movig)
Wij bleven allen bij elkaar, want wij waren met vijf zusjes. Uit gezinnen met jongens, werden de jongens ( soms al met negen jaar) van de ouders gescheiden. De Japanners hadden namelijk de theorie dat de periode in de buik van de moeder voor de leeftijd meetelde. Dus dat een kind van negen jaar eigenlijk al tien jaar oud was, dus al man was en gescheiden moest van zijn moeder. Het kon soms gebeuren, dat een jongen toevallig bij zijn vader in het kamp geplaatst werd. De jongens werden als volwassenen behandeld en onderworpen aan een mensonterend regiem. Ze hadden als corvee in de mannenkampen vaak, de verzorging van de zieken en gestorvenen.
Doordat ik, het zo benauwd hebbend ( door mijn astma), in die grobak aankwam, wist moeder nog van een Japanner enig uitstel te krijgen, zodat wij iets later het kamp ingingen. Wij moesten ons melden in Soekaboemi en logeerden een korte tijd op een kostschool.
In die periode liet moeder, gelovig als zij was, mij nog mijn communie doen. Trees bracht mij bij de pastoor, waar hij mij enige catechismuslessen overhoorde. Achter de rug van de pastoor heeft Trees mij nog voorgezegd! Toen werden we samen gepakt in grote zalen van het SOG, ( Soekaboemi Opvoedings Gesticht) waar bewakers vóór zaten. Dat waren de Hei-Ho-ers. Die nacht sloop ik ongemerkt op mijn blote voeten, langs slapende mensen , langs kaartende Hei-Ho-ers naar het toilet, ik moest immers nodig en ik wist ècht nog wel de weg, daar in die andere gang!
De weg gevonden en weer op de terugweg bij de bewakers aangeland, kwamen die ineens in actie. Groot kabaal en mijn angstige kreten wekten mijn moeder en haar vriendin mevrouw Koomen,( die wij tante Katrien noemden.), die al hun overredingskracht nodig hadden om mij los te praten van de bewakers. Het is hun gelukt. En de volgende morgen gingen wij op transport naar Bandung.
De geïnterneerden kwamen in kampen terecht. Het woord kamp was een verzamelnaam van veel verschillende verblijfplaatsen. Deze konden zijn: Scholen, kloosters,kazernes, barakken van een plantage, loodsen, gevangenissen, een kampong. Je kon dus in de rimboe terecht komen, maar ook zoals in ons geval in een afgeschermde wijk van een stad. Met bamboe vlechtwerk van ongeveer 2.60 hoog, waren die omheind, zodat je niets van de buitenwereld kon zien en een extra afscheiding van prikkeldraad er langs. Dit werd gedek genoemd. Er mocht geen contact met de buitenwereld meer zijn.
In het kamp wist je niet wat er buiten het kamp gebeurde. Groot verschil kon er ook zijn welke kampcommandant je trof! Je kon soms een “goede “Jap treffen, maar ook een bruut! Bewakers konden al of niet omkoopbaar zijn. Korea , dat in 1910 ingelijfd was door Japan leverde ruim 200.000 mensen, die dienden in het Japanse leger en om de kampen te bewaken. Al deze factoren konden beslissen over leven of dood. Je kon 3 maal maar ook wel 5 maal moeten verhuizen.Er mochten soms briefjes in het Maleis geschreven worden. In die briefjes kon je met voorbeeldzinnen en een paar eigen woordjes,schrijven, dat het goed met je ging. Enige briefjes tegelijk krijgen kon betekenen, dat de afzender overleden was. Vaak hoorde men pas na de bevrijding wie er nog in leven was.