Vluchten was er voor ons niet bij. Er zijn er die naar Australië uitweken, maar velen zijn daarbij omgekomen of als nog opgepakt en gevangen gezet. Van de Nederlandse regering was het bericht gekomen, dat men bij “zijn mensen” moest blijven. Mijn ouders waren het hiermee eens en besloten niet te vluchten. Er zijn later geen sancties op gevolgd voor hen die daar geen gehoor aan gaven.

De Japanse redenen voor de internering waren van politieke en militaire aard. Zo was de internering bedoeld als vergelding voor de behandeling die de Japanse burgers hadden ondervonden na de oorlogsverklaring van 8 december 1941. Die Japanse burgers waren door de Nederlanders als een gevaar voor de veiligheid gearresteerd en later overgebracht naar Australië

Ook wilden de Japanners door het interneren van de Europeanen, verzet en samenzwering voorkomen. (Geschiedenis van Indonesië ).

Ondanks hun buitengewone oorlogsstrategie en voorbereiding, waren de Jappanners niet voorbereid op een in 300 jaar Nederlands Indië ontstane gemengd bloedige bevolking. Moeilijk was het nu in te schatten, wie hun vijand was!

Op Java wordt het belangrijk of je bij de Totoks ( mensen van geheel Europese afkomst) hoort, bij de Indo’s ( mensen met een of meer Indonesische voorouders) of geheel en al van Indonesische afkomst bent. Dit werd voor de Jap de leidraad voor het vastzetten van Europeanen.

Ook waren er Indische Nederlanders, die uit solidariteit of om te helpen mee het kamp ingingen. Met de familie van Jacques Movig ging een lerares Engels vrijwillig mee om voor de gehandicapte moeder Movig te zorgen. Voor haar percentage blank bloed had zij niet mee gehoeven! Zij heeft het gelukkig overleefd!

Buitenkampers.

De Indische en inheemsen ( ook de “Totoks “ volbloed blanken, en zij, die al 3 generaties in Nederlands Indië woonden) bleven weliswaar deels buiten de interneringskampen, maar zij werden wel uitgebuit. Ook zij waren overgeleverd aan de wreedheid en willekeur van de bezetter Hun vrouwen liepen eveneens gevaar gedwongen te worden om als prostituees te dienen.

Buiten de kampen moest natuurlijk ook voor de Jap gebogen worden. Je moest uit het zicht blijven. Medische verzorging, medicijnen en voedsel bleven op de eerste plaats voor de bezetter. Inkomen verviel in de meeste gevallen. Vrouwen en kinderen van Indo-Europese afkomst moesten het zonder hun man/vader stellen en bleven onverzorgd achter. De salarissen werden stopgezet. De schaarse bezittingen, die hun resten nadat de Jappen hun het huis uitgezet hadden, verkochten ze in ruil voor voedsel. Ze moesten zien te overleven en konden niet rekenen op hulp Ze raakten in een isolement..

Om te voorkomen dat Japanse soldaten zich aan hun dochters zouden vergrijpen, knipten de moeders hun haar kort en deden hen jongenskleren aan. Er werden jongens geronseld en zij moesten antwoord geven op de vraag of ze anti nippon waren. Japan is volgens de Japanners een verbastering van het edele woord Nippon, de naam die de zonnestralen godin Amater asie aan Japan verleende. Zij die weigerden zich solidair te verklaren werden gevangen gezet in o.a. de Glodok-gevangenis van Batavia. en kregen het zwaar te verduren.

Zij zijn Nederland trouw gebleven. Een trouw, die velen van hen met hun leven hebben moeten bekopen. Met zes of zeven tegelijk in een eenpersoonscel opgesloten. Langzaam gesloopt door dysenterie, honger en martelingen.(Glodok)

Voor welke koningin, voor welk vaderland?

a map of the philippines
a map of the philippines
a letter from a man who is holding a document
a letter from a man who is holding a document

Mannen werden het eerst gevangen gezet. Mijn vader werd opgeroepen. Daar zijn werk stopte, verviel ook zijn salaris, zowel als dat van degenen, die in zijn dienst waren. Hieronder zijn registratie formulier. Pendafteran: pas voor vreemdelingen, waaruit het percentage blank bloed bleek, kosten 150 gulden.

a letter from a man who is holding a piece of paper
a letter from a man who is holding a piece of paper

Doordat vader al gevangen werd genomen, was moeder toen alleen met ons op de onderneming .Dat was een angstige periode. Voor en achter het huis “bewaakten” enige Javanen ons huis. Moeder durfde niet te gaan slapen en scheen af en toe met haar zaklamp naar buiten, om te kijken of de mannen nog wel wakker waren. Het gevaar kwam nog niet eens zo zeer van Japanners, maar van op hol geslagen extremisten, die ook ons een bezoek zouden kunnen brengen.

Moeder heeft zelfs zo’n groep tegen kunnen houden, door met een Japanse commandant te bellen. Ze was heel dapper.

Enige tijd later kwamen er ook enkele hoge Japanners uit het leger, die zij onderdak moest verschaffen. Dat ging gemakkelijk, want we hadden een logeer afdeling. Zij heeft toen wel, gezien de reputatie van Japanners in hun omgang met vrouwen, de vier oudste meisjes ondergebracht bij de Indonesiërs in de kampong, waar er goed voor hen gezorgd werd, totdat de heren opgestapt waren.

Na de mannen werden ook vrouwen en kinderen opgeroepen om geïnterneerd te worden.

Hier volgt ook Moeders registratieformulier, waarbij al de Japanse jaartelling gebruikt werd!

Wij vertrokken met een grobak, een grote kist met wielen er onder,( door paarden getrokken) ( auto’s waren al gevorderd) waar we kussens ingelegd hadden, en wat bagage, naar Soekaboemi.. De huissleutels moesten ingeleverd worden.

Japan is niet aangesloten bij de Conventie van Genève. Het probeert wel bij de buitenwereld de indruk te wekken dat men het goed heeft in de kampen. Het buitenland, inclusief de Japanse bevolking,wist vrijwel niets van de werkelijke toestanden in de kampen. Het beeld – voor zover aanwezig – van de kampen was sterk gekleurd door de officiële Japanse rapporten. De Japanse militaire censuur garandeerde dat alleen goed gekeurde berichtgeving naar buiten kwam. Er zijn gevangenen die werden gedwongen om aan filmopnames mee te doen. De gemaakte films tonen krijgsgevangenen die er goed uitzien. De praktijk is echter anders.

Als men 150 gulden voor een man boven de 18 en voor een vrouw 100 gulden neertelde zou men buiten de kampen kunnen blijven. ( Chinezen kostten minder!) Dat bleek een leugen. Je werd toch opgepakt en gevangen gezet. Vlak nadat de stad Soekaboemi door de Japanners was ingenomen, werd de Gouvernements-controleur zonder enige juridische procedure, geëxecuteerd. Zijn misdaad: hij had geweigerd vrouwen beschikbaar te stellen voor de Japanse troepen. Zijn lichaam lag op straat ter afschrikking van andere ongehoorzame.

( Ooggetuigen van oorlog Jacques Movig)

Wij bleven allen bij elkaar, want wij waren met vijf zusjes. Uit gezinnen met jongens, werden de jongens ( soms al met negen jaar) van de ouders gescheiden. De Japanners hadden namelijk de theorie dat de periode in de buik van de moeder voor de leeftijd meetelde. Dus dat een kind van negen jaar eigenlijk al tien jaar oud was, dus al man was en gescheiden moest van zijn moeder. Het kon soms gebeuren, dat een jongen toevallig bij zijn vader in het kamp geplaatst werd. De jongens werden als volwassenen behandeld en onderworpen aan een mensonterend regiem. Ze hadden als corvee in de mannenkampen vaak, de verzorging van de zieken en gestorvenen.

Doordat ik, het zo benauwd hebbend ( door mijn astma), in die grobak aankwam, wist moeder nog van een Japanner enig uitstel te krijgen, zodat wij iets later het kamp ingingen. Wij moesten ons melden in Soekaboemi en logeerden een korte tijd op een kostschool.

In die periode liet moeder, gelovig als zij was, mij nog mijn communie doen. Trees bracht mij bij de pastoor, waar hij mij enige catechismuslessen overhoorde. Achter de rug van de pastoor heeft Trees mij nog voorgezegd! Toen werden we samen gepakt in grote zalen van het SOG, ( Soekaboemi Opvoedings Gesticht) waar bewakers vóór zaten. Dat waren de Hei-Ho-ers. Die nacht sloop ik ongemerkt op mijn blote voeten, langs slapende mensen , langs kaartende Hei-Ho-ers naar het toilet, ik moest immers nodig en ik wist ècht nog wel de weg, daar in die andere gang!

De weg gevonden en weer op de terugweg bij de bewakers aangeland, kwamen die ineens in actie. Groot kabaal en mijn angstige kreten wekten mijn moeder en haar vriendin mevrouw Koomen,( die wij tante Katrien noemden.), die al hun overredingskracht nodig hadden om mij los te praten van de bewakers. Het is hun gelukt. En de volgende morgen gingen wij op transport naar Bandung.

De geïnterneerden kwamen in kampen terecht. Het woord kamp was een verzamelnaam van veel verschillende verblijfplaatsen. Deze konden zijn: Scholen, kloosters,kazernes, barakken van een plantage, loodsen, gevangenissen, een kampong. Je kon dus in de rimboe terecht komen, maar ook zoals in ons geval in een afgeschermde wijk van een stad. Met bamboe vlechtwerk van ongeveer 2.60 hoog, waren die omheind, zodat je niets van de buitenwereld kon zien en een extra afscheiding van prikkeldraad er langs. Dit werd gedek genoemd. Er mocht geen contact met de buitenwereld meer zijn.

In het kamp wist je niet wat er buiten het kamp gebeurde. Groot verschil kon er ook zijn welke kampcommandant je trof! Je kon soms een “goede “Jap treffen, maar ook een bruut! Bewakers konden al of niet omkoopbaar zijn. Korea , dat in 1910 ingelijfd was door Japan leverde ruim 200.000 mensen, die dienden in het Japanse leger en om de kampen te bewaken. Al deze factoren konden beslissen over leven of dood. Je kon 3 maal maar ook wel 5 maal moeten verhuizen.Er mochten soms briefjes in het Maleis geschreven worden. In die briefjes kon je met voorbeeldzinnen en een paar eigen woordjes,schrijven, dat het goed met je ging. Enige briefjes tegelijk krijgen kon betekenen, dat de afzender overleden was. Vaak hoorde men pas na de bevrijding wie er nog in leven was.

Internering