De Bersiap
De Japanners noch de Britten, die geen opdracht hier toe hadden gekregen, waagden zich niet aan echte gezagshandhaving. De Pemoeda’s, de jonge Indonesiërs, waren op straat de baas!
De Japanse kampcommandanten moesten wel de kampen bewaken tegen de explosie van geweld van de Pemudas. Die zij gedurende de bezetting opgehitst hadden tegen de Nederlanders. Toch konden ook zij als zij hun plicht om te beschermen serieus namen gedood worden. Van alle groeperingen waren de Pemuda’s het meest fanatiek. Zij waren jonge Indonesische rebellen, niet behorend tot het Indonesische leger. Zij waren fanatiek en vol haat naar de Nederlanders.
De ergste uitbarsting van geweld gebeurde in het najaar van 1945. De Japanse eenheden in Soerabaja hebben er na de capitulatie alles aan gedaan om het de geallieerden zo moeilijk mogelijk te maken. Japanse wapenarsenalen werden opengesteld voor Indonesische strijdgroepen, terwijl Indische jongeren, die tijdens de bezetting door Japanners waren getraind, werden opgehitst om tegen iedereen, die blank bloed in de aderen had, wraakacties te beginnen. Echter ook 400 Chinese inwoners van Soerabaja werden het slachtoffer van deze acties. En zeker 600 mensen van Nederlandse afkomst vonden een, vaak gruwelijke dood. In totaal zouden ook 12.000 Indonesiers worden gedood in de strijd om Soerabaja, die nog zou volgen en waarin ook zeker 429 Brits Indische militairen omkwamen.
Het 16e leger van Japan stelde zijn wapen depots open voor Indonesiërs en selecteerde een duizendtal officieren en onderofficieren om een regulier Indonesisch leger op te zetten.
De nationalistische jongeren waren tot de tanden gewapend met samoeraizwaarden (van de Jappen gepikt en gekregen) en klewangs, de indrukwekkende lange politiesabels, waar ze meestal het eerst naar grepen. Hun uitrusting werd gecompleteerd door twee pistolen in holsters, een bajonet en een zonnebril. Sommigen hadden zelfs patroonbanden weten te bemachtigen, die ze kruislings over de borst droegen. Zij reden rond in vrachtwagens, die ze van de Japanse troepen hadden geconfisceerd. Trots en heerszuchtig schreeuwden zij uit alle macht om vrijheid, onafhankelijkheid: “Merdeka, merdeka”!
Het werd gevaarlijk buiten de kampen. Als ze je te pakken kregen werd je “getjingtjangt “( in stukjes gehakt.). Een zekere Soetomo, die de drijvende kracht was achter deze haatcampagnes tegen de Hollanders, trok zich niets aan van Soekarno en Hatta, die liever op een constructieve manier en met steun van de Verenigde Naties voor de vrijheid van hun land wilden vechten.
Het optreden van de extremistische groepen leidde er toe dat Soekarno en Hatta zich genoodzaakt voelden totaal onvoorbereid de onafhankelijkheid uit te roepen op 17 augustus 1945. De Bersiapperiode was aangebroken. Bersiap betekent zoveel als wees paraat! (Uit: Ik beken)
Commandant Whitmarsh-Knight, die op dat moment aan het hoofd stond van de 5de Indian division, getuigde over een Jack Boer, reserve kapitein bij het Koninklijk Nederlands-Indisch leger, over zijn daadkracht en strategisch inzicht. 2348 Nederlanders die opgesloten waren in de Werfstraatgevangenis te Soerabaja zouden door extremisten worden vermoord. Er stonden voor de uitgehongerde gevangenen tonnen met vergiftigde rijst klaar. Als ze die gegeten hadden, zou de gevangenis met vaten benzine in brand gestoken worden, waarbij alle gevangenen, dood of nog in leven, verbrand zouden worden.
Op 10 november 1945vond de spectaculaire bevrijdingsactie plaats. Jack Boer en 10 Gurkha soldaten redden deze Nederlanders. Na het uitschakelen van de wachten, werd met een tank de muur doorboord, waardoor de gevangenen konden vluchten. Celsloten werden opengeschoten. Buiten stond een vrachtwagen klaar om ze in veiligheid te brengen. Eén Gurkha liet hierbij het leven. ( Pia Media-Jack Boer en Ik beken.)
De bloedbaden van de Simpangclub en het Goebeng-transport vormen een blinde vlek in de Indonesische onafhankelijkheidsgeschiedenis schrijft Inez Hollander. Zij beschrijft de aanval op het transport van vrouwen en kinderen. De Indonesische bronnen over de revolutie in Soerabaja, noemen het tragische lot van het Goebeng-transport niet eens.
Na alle agressie van een zwaar beproefd volk, kwam men tot bezinning. Men sprak er liever niet meer over. Een beschrijving hiervan in haar boek Verstilde stemmen en verzwegen levens. Er is een massagraf van dit transport te Soerabaja.
In de slag om Soerabaja verloren ook honderden tot duizenden Indonesiërs, juiste aantallen zijn niet bekend, het leven.
Jacques Movig werd met zijn familie in het Hotel des Indes, Batavia, gezet, tot zij naar Australie vervoerd werden. In die periode van bersiap moorden, kon hij iedere dag weer nieuwe lijken tellen die in het water langs het hotel dreven.
De Japanners, moesten naast de beschermingstaak nu ook corvee doen.
Soekarno (vanaf voor de oorlog)
Soekarno richtte in 1927 de Partai Nasional Indonesia (RNI) op. Deze partij streefde naar de onafhankelijkheid van Indonesië. In 1929 werd hij door de Nederlanders gearresteerd en in de Soekamiskin gevangenis gevangen gezet. hij kreeg strafverkorting en werd op 31 december 1931 vrijgelaten. Zijn tocht naar huis werd een ware triomftocht. In augustus 1933 werd Soekarno weer gearresteerd en verbannen naar Flores. Vanwege gezondheidsredenen werd hij in februari 1938 overgeplaatst naar Benkoelen (Zuid Sumatra) . Die tocht bracht weer massa’s mensen op de been.
Toen de oorlog met Japan uitbrak, in 1942, kwam hij weer vrij. Men dacht dat Soekarno en Hatta gemanipuleerd werden door de Japanners, maar eigenlijk was het Soekarno, die een slim spel speelde met de Japanners. Hij heeft de Japanners geholpen, soms ten koste van zijn eigen volk, door zijn mensen als dwangarbeiders uit te leveren. ( Deze werden door misleidende campagnes verleid). Hij gebruikte de Japanners om zijn doelen te verwezenlijken.
Door de onvoorwaardelijke capitulatie van Japan, augustus 1945, ontstond er een gezagsvacuüm, wat de Britten weigerden op te vullen. Hierdoor werd Soekarno door zijn eigen achterban gedwongen om de Repoeblik Indonesia uit te roepen op 17 augustus 1945.
Na de oorlog werd Soekarno, niet democratisch, gekozen om te regeren over al deze eilanden, die door o.a,de Nederlanders bij elkaar gebracht waren, maar die daar vóór nooit één rijk vormden.
Molukkers, Timorezen, Medanezen en Papoea’s, aan wie door koningin Wilhelmina onafhankelijkheid was beloofd, vonden het heel erg, dat Soekarno met geweld over hen ging regeren. Veel Molukkers kregen via de rechter een verblijfsvergunning in Nederland.
Britse hulp.
Door de verwarring rond de Japanse capitulatie was een snelle overname van de macht door geallieerden van het nog door Japan bezette Nederlands-Indië onmogelijk. Het inschepen van Maharata-, Gurka-en Sikh-troepen vanuit Brits-Indië geschiedde pas in oktober 1945.
In deze twee verloren maanden had de terugkeer van de krijgsgevangenen naar hun familie en vooroorlogse standplaatsen moeten plaatsvinden. De leiding van het Britse leger bewapende de Japanners opnieuw met bajonetten en geweren ( zonder kogels) voor de verdediging van de kampen. Hierdoor werden de Japanners gedwongen de bajonetten, die zij voorheen op ons hadden gericht, op de pemudas’s te richten. De duistere rol van de Japanners in de naoorlogse politiek is nooit volledig duidelijk geworden. Ze hadden immers de tijd gekregen al het belastende materiaal over hun wandaden te vernietigen. Dit heeft de berechting van veel Japanners bemoeilijkt .
De Britten concentreerden zich aanvankelijk alleen op de bevrijding van krijgsgevangenen en de ontwapening van Japanners. Het herstel van het Nederlands gezag behoorde niet tot hun taak. Ook met de Indonesische afhankelijkheidsstrijd bemoeiden zij zich niet.
Daardoor werden de eerste vijf bataljons van Nederlandse oorlogsvrijwilligers maandenlang in quarantaine gehouden in Malakka, terwijl pemuda’s de Nederlanders afslachten. Twee politionele acties waren nodig om Nederland militair tot overwinnaar te maken, maar politiek verspeelde Nederland de internationale sympathie en was in feite de verliezer. De Nederlandse politiek was en bleef de enige schuldige aan het zinloos geweld en niet de Indische Nederlanders of de uit Nederland gezonden soldaten, die thans veteranen zijn. ( Leven met geleende tijd).