De “Varkensmanden massamoord”
Toen de geallieerden in Oost-Java voor de Japanners capituleerden trokken er circa tweehonderd geallieerde soldaten de heuvels rondom Malang in en organiseerden zich in kleine groepen verzetstrijders. Enige tijd later werden zij door de Kempetai gevangen genomen. De krijgsgevangenen werden door de Japanners gefolterd en in bamboe varkensmanden geperst en in open vrachtwagens in een kokende hitte van tegen de 40 graden C weggevoerd naar een rangeerspoor. Daar werden ze, met mand en al, overgeladen in goederenwagons en naar de kust gereden.
Creperend van dorst en kramp werden de gevangenen aan boord van gereed liggende boten gebracht. De schepen voeren de haven uit naar de wateren even buiten de kust van Surabaya, die bekend staan om de vele haaien. Daar werden de onfortuinlijke gevangenen, nog steeds opgesloten in hun bamboe kooien, overboord gegooid voor de wachtende menseneters.
Over Liese van Kampen, een vriendin van ons. Als 15 jarige zagen zij en haar vader, ze hadden zich achter koffiestruiken verscholen, vijf vrachtwagens voorbij rijden. De laadruimten waren volgeladen met op elkaar gestapelde bamboe varkensmanden, waarin mannen lagen. In het Engels en Nederlands schreeuwden de mannen wanhopig om hulp en water.
De vrachtwagens reden richting Banjoe wangi. Zij zal dit drama, dat zij als 15 jarige zag, nooit meer vergeten! Onfortuinlijke gevangenen, nog steeds opgesloten in hun bamboe kooien, overboord gegooid voor de wachtende menseneters.
Getuige No. 2 Pro Justitia
Regeringsbureau tot Nasporing van Oorlogsmisdaden te Batavia
Proces verbaal: Onderzoek varkensmanden
Op heden, 8 maart 1948, verschenen voor mij: G.G. J…., onbezoldigd politie ambtenaar, belast met de opsporing van oorlogsmisdadigers en collaborateurs , een persoon die op afvragen zegt te zijn:Naam: N. K.T ( Chinees - Indonesiër} 37 jaar
employee, transportonderneming Kalimas, Soerabaja
Op een dag, eind maart 1942 was ik in de Meulenstraat te Malang. Het was 11 ’s morgens toen ik 2 trucks richting station Malang zag gaan. Toen de trucks stil stonden, zag ik dat zij door bewapende Japanners bewaakt werden. Ik zag ook dat er in de laadbakken zo’n 40 varkensmanden lagen, waarin blanke mannen gekleed in kaki shorts of groene broeken. Achter deze trucks zag ik nog meer trucks komen, waarin ca 100 Indonesiërs in K.N.I.L uniform. Het waren 5 tot 6 trucks en zij werden bewaakt door Japanse soldaten. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat in de eerste twee trucks Europeanen in varkensmanden. De manden waren met touw dicht gemaakt. In iedere mand zat een Europeaan. Ik ben doorgelopen. Later hoorde ik dat allen gevangen waren genomen te Dampit.
Getuige No. 5 Alfsea War Crimes Instr. No 1
Verklaring : Vrouw Nederlandse nationaliteit
Samenvatting van onderzoek. mevrouw L. M Ch….
Verklaart onder ede:
Ik ben 31 jaar oud en ben te Soerabaja geboren en bezit de Nederlandse nationaliteit.
Ik woon ook heden weer in Soerabaja. In de tweede helft van april of begin mei, was ik op weg naar een buitenverblijf nabij Dampit, toen ik enkele trucks aan zag komen vanuit een zijweg en dan draaiend naar de hoofdweg mijn kant op.
Deze weg is ca 5 tot 6 meters breed, dus de koetsier van mijn rijtuig stopte om de trucks te laten passeren. Van een afstand van 2 meters kon ik zien dat de trucks volgeladen waren met manden, 3 tot 4 stapels hoog. In iedere mand zag ik een man met de handen achter op de rug vastgebonden en de benen opgetrokken en ook met stevig touw vastgebonden. Sommigen van hen leken Ambonezen en anderen waren Europeanen. De uniformen waren groen en verscheurd.
De gezichten en lichamen waren bedekt met bloed. De Japanse bewakers waren soldaten van de Kempeitai. Nog een andere truck en verscheidene motoren met Kempeitai soldaten volgden.
Omdat ik in die tijd te Malang woonde , waar de Japanners regelmatig huiszoeking hielden, kende ik de insignes van de Kempeitai. Mijn moeder en ik hoorden later van Indonesiërs dat de trucks naar Ampelgading reden en van daar over verschillende plantages reden en daarna over de Zuid Smeroe weg met einddoel Pasirian aan de zuid kust.
Men heeft mij verteld dat de gevangenen levend en in de manden over de hoge steile rotsen in de zee bij Pasirian zijn gegooid. Dit was de plaats waar eeuwen terug al de Indonesische plek van opoffering aan de goden was. De commandant in dienst 1942/1943 van de Kempeitai te Malang en omgeving was een lange man , slank figuur, brede schouders, kort geknipt haar, diepe stem, een bijna Europeaan. De lokale Kempeitai commandant van Malang ook gedurende 1942/1943 was M… en had de bijnaam “De leeuw van Malang”.
Getekend, L.M. C… 8 maart 1946
Op de website van Liese van Kampen staat een fragment uit het boek van Mr. L.F. de Groot over de rechtszaak in Batavia van 1946 tot 1949. Hij schrijft dat de waarnemingen vermeld in het overstelpende aantal daarop betrekking hebbende verklaringen, alle slechts aan hallucinaties en rijke fantasie ontsproten konden zijn. De opperbevelhebber van het Japanse bezettingsleger op Java, generaal Imamura, is later door een Nederlands tribunaal vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Een later ingestelde, Australische krijgsraad achtte generaal Imamura wel verantwoordelijk en veroordeelde hem tot 10 jaar gevangenisstraf.
Website Liese van Kampen: www.dutch-east-indies.nl