De Kolonie Nederlands-Indië

Interessant is, dat het Indonesië zoals wij dat nu kennen, samengesteld uit vele eilanden, die vorm pas heeft gekregen in 300 jaar kolonie zijn. Het begon met handel. Producten, die in Nederland zeldzaam of onbekend waren. Specerijen, porselein, zijde, satijn, diamant, sabels, edelstenen, goud en schildpadden! Dit bracht winst voor de ondernemer.

De Maleiers waren nauw betrokken bij deze zeehandel. Op basis van hun taal het Maleis, ontwikkelde zich door de eeuwen heen op de diverse eilanden rond de zeestraat een “ lingua franca “, een vrij eenvoudige handelstaal, waardoor het voor kooplieden en zeevarenden uit diverse landen gemakkelijker werd om met elkaar te communiceren en handel te drijven. Dit Maleis vormde later de basis voor het hedendaagse Indonesisch ofwel het Bahassa Indonesia.

Dit werd door de Nederlanders bevorderd.

De VOC was een handelsonderneming en zag het verbreiden van de Nederlandse taal niet als een van haar kernactiviteiten. Het Nederlands bleef een officiële taal, maar slechts in beperkte kring. ( Toples in de toko).In 1602 werd de VOC , Verenigde oost Indische Compagnieën, opgericht. Zij was de eerste multinationale onderneming ter wereld. De Compagnie verschafte werk aan enige duizenden mensen en er werd een vloot in stand gehouden van meer dan 100 schepen. Tussen 1590 en 1795 werden bijna 4800 reizen naar Azië gemaakt. Waar zij een heel netwerk van factorijen had. Niet alleen factorijen stonden onder haar controle, maar zij bezat ook hele landstreken en eilanden.

Deze gebieden waren het begin van de latere Nederlandse kolonie, Nederlands Indië. De straat van Malakka was in het bezit van de VOC gekomen en men kon concurrentie de toegang tot deze gebieden ontzeggen. Atjeh het gebied op de noordelijkste punt van Sumatra gelegen, had al lang strijd moeten leveren tegen de Indonesische overheid om zijn onafhankelijkheid toen Nederland in 1873 Atjeh de oorlog verklaarde. Een langdurige bloedige strijd was het gevolg. Toen in 1949 de Republiek Indonesië een feit was protesteerde Atjeh, want Atjeh had immers nooit deel uitgemaakt van Nederlands Indië! Tot de Tsunami in december 2004 hun verzet brak.

In de periode 1989-1998 vielen 10.000 burgerslachtoffers. In de overeenkomst op 15 augustus 2005, werd onder meer de vorming van eigen politieke partijen toegestaan. Minder succes had de VOC met China en Japan. Pogingen tot handel met China mislukten en in Japan werd het VOC slechts geduld. Onder andere omdat de Nederlanders niet aan missie deden! De Nederlanders kwamen niet verder dan het eilandje Deshima en werden volledig afgezonderd van de Japanse bevolking. Andere handels compagnieën werden helemaal niet toegestaan door de Japanners. Voornamelijk omdat zij zoals de Spanjaarden en de Portugezen hun missie brachten en poogden de Japanners te bekeren.

Zij werden letterlijk afgeslacht.( Dejima Nagasaki University)

De haven van Nagasaki, foto uit 1820, waar op het eilandje Dejima duidelijk de Nederlandse vlag te zien is. ( Nagasaki Muncipal Museum) Door een tekort aan Europese vrouwen in Nederlands Indië ontstond een mengcultuur. En een uitwisseling van ideeën en godsdiensten. Qua religie voelde de Indonesische bevolking zich niet onderdrukt. De Nederlanders kwamen tussenbeide bij conflicten tussen lokale machthebbers. Velen van hen beschouwden de Nederlanders dan als hun bondgenoot. In 1814 werd de term Nederlands Indië en een cultuurstelsel ingevoerd, wat als negatief werd ervaren door de inheemsen.

De voordelen waren: Er kwam een einde aan de voortdurende oorlogen in de tot dan toe vrijwel geldloze economie, boeren werden betaald. De welvaart nam toe en de inheemse handel en bedrijvigheid groeide. Er werd geïnvesteerd in een spoorwegennet en het bouwen van talloze bruggen, ook werd geïnvesteerd in de afschaffing van de slavernij. Slavernij kwam overal op de wereld voor.

Ook in de Nederlandse kolonie werd aan slavernij gedaan. Vooral in Suriname. Wat in de geschiedenisboeken niet vermeld wordt, is, dat een groot deel van de plantagehouders in Suriname van origine Engels, Frans, Duits, Zwitsers, Spaans of Portugees was. In de 17 eeuw was Nederland als eerste met de slavenhandel begonnen. Deze was in handen van de West Indische Compagnie. Als laatste van alle landen, 30 jaar na de Britten, op 1 juli 1863 schafte ook Nederland de slavernij af. Een “Investering” was : De eigenaren kregen 300 gulden ter compensatie voor iedere slaaf. De slaven waren dan nog niet echt vrij. Ze moesten nog 10 jaar blijven werken op de plantage onder staatstoezicht. Daarna kregen zij pas het volledig burgerrecht. (geschiedenis.nl)

Omdat men het de hoogste tijd vond, dat Nederland terugbetaalde, wat het voor jaren aan winst had gewonnen, vroeg koningin Wilhelmina om een onderzoek hiernaar. Dit leidde tot de zogenaamde Ethische politiek . “ Irrigatie, emigratie educatie “ was de leus. Aan Batavia werd een schuld van 40 miljoen kwijtgescholden, zodat er met een schone lei begonnen kon worden.

Onderwijs werd toegankelijk voor de inheemse bevolking. Het begrip nationalisatie werd door een kleine groep intellectuelen geïntroduceerd. De ambtelijke topfuncties bleven echter in Nederlandse handen. De Ethische Politiek voorzag echter nog niet voldoende in de behoefte om de snel groeiende bevolking van alles te voorzien. In 1930 waren er bijvoorbeeld op heel Java slechts 667 artsen. ( Verstilde stemmen…) De tijd was rijp voor Japan, dat echter niet van plan was om de Indonesiërs onafhankelijkheid te verlenen. Indonesië was een te belangrijke leverancier van vooral olie en rijst!

Nederland heeft ook heel veel goeds gedaan voor Indonesië,het was de beste kolonie van de wereld. Zo werd er een einde gemaakt aan oorlogen tussen inheemse rijken, aan piraterij, weduwen verbranding, slavernij, koppensnellen, kannibalisme en soms feodale onderdrukking, en werd geheel Indië opengelegd voor de introductie van moderne ideeën en technieken op velerlei gebied.

Discussie hierover in Geschiedenis van Indonesië. In eerste instantie was het beleid om de eigen belangen te verwerkelijken, het eigen rendement. Dit belang stond te vaak centraal.