Kinacultuur

Matthieu Kerbosch, was geboren uit een streng katholiek middenstand gezin. Zijn ouders hadden een winkel in huishoudelijke artikelen in Venlo.

Mede met behulp van de familie Schrijnen studeerde Matthieu in Utrecht voor Apotheker. Maar studeerde af in Leiden,( omdat het laatste examen op een katholieke feestdag viel), alwaar hij ook promoveerde.

Hier was het ook, dat hij Marie Spiegel ontmoette , waarmee hij in 1912 in het huwelijk trad.

Kerbosch werd directeur van de Kinaplantage te Tjiniroean, West Java. Dit werd de meest rendabele kinaplantage.

Het eerste zaad van de Kinaboom kwam uit Peru, waar men ontdekt had, dat water, waar de bast van de kinaboom in gelegen had, hielp tegen koorts. Men heeft dat in Peru echter niet opgepakt. Na 4 jaar kwam het zaad in de Indische Archipel aan. De kinine, die op deze onderneming gekweekt werd, werd wereldwijd van groot belang in de strijd tegen malaria en tropenkoortsen.

Onder zijn beleid werd de Conchona Succirubra ontwikkeld, een plant, die resistent was tegen wortelziekte en die als onderstam gebruikt werd voor de delicate Ledgeriana, die een hoge opbrengst gaf. Twee goede eigenschappen in één. Hij leverde jonge planten aan de andere kinaondernemingen.

Bezoekers kregen zakjes zaad als souvenir mee. Later bleek dit zaad succesvol wortel geschoten te hebben in Belgisch Gongo! (Meer over de kinacultuur in het speciale hoofdstuk daarover.)

In de periode van de Ethische Politiek droeg Matthieu veel bij aan sociale verbeteringen, maar altijd was de opdracht dat het rendement voorop stond. hij kreeg het voor elkaar, dat bij uitbreken van een malaria epidemie, de peperdure kinine, dan goedkoop geleverd zou worden. Toen de firma zijn belofte echter niet waarmaakte heeft Matthieu daar fel tegen geprotesteerd.

Door dit voorval werd hij later niet tot directeur benoemd van het Kinabureau te Amsterdam, terwijl hij daar toch de meest aangewezen persoon voor was.

Terugkerend van een van zijn verlofreizen naar Nederland, nam hij als wederdienst een jonge telg uit de Schrijnenfamilie, Pierre, een niet al te ijverige farmaciestudent, (bijgenaamd champagne Piet), mee naar zijn onderneming. Misschien zou hij op de plantage van nut kunnen zijn.

Zij vertrokken op 31 december 1921 en kwamen 28 januari 1922 aan. Mijn vader werd aangesteld als landbouwkundig assistent op het proefstation van de

Gouvernements Kina Onderneming.

Pierre werkte in deze onderneming totdat in het jaar 1925, de mogelijkheid werd geopend om ontginningsemployé te worden op een nieuw te openen afdeling van de G.K.O., welke uit een der bosgebieden van de Pengalenganse hoogvlakte zou moeten worden ontgonnen.

a flower that is growing on a tree
a flower that is growing on a tree
a letter from mr john korbecks to his wife
a letter from mr john korbecks to his wife